De Bezieling
Hoe verbindend is mystiek? – Een discussie
Eigenlijk interesseert de discussie tussen Duindam en Poorthuis me niet. Wat Duindam hier schrijft is interessant op zich, ook los van het kader van een discussie.
Laat me het heel eenvoudig samenvatten, al gekleurd door mijn eigen visie: de mensheid heeft mystiek nodig, en in welke godsdienstige context die mystiek wordt beleefd, maakt eigenlijk niets uit.
Het gaat er om dat de mens slechts mens is als hij – ook – “geestelijk” is.
Je mag deze blog zien als een voortzetting van mijn blog van vorige woensdag 5 oktober waar ik Malraux aanhaalde: de eenentwintigste eeuw zal religieus zijn of niet zijn.
Of nog: een mens wordt slechts volledig mens als hij religieus is. Religie is per definitie mystiek.
Dat ik stelde dat de godsdienstige context eigenlijk niets uitmaakt, wijst ook al op het onderscheid tussen godsdienst en religie.
Nogal wat mensen weigeren dat onderscheid te zien. Nochtans is het cruciaal.
Godsdienst is de stap die de aap zet naar de mens-aap. – Ik stel het nu wat spottend voor – Religie is de stap van de mens-aap naar de mens.
Om het ernstiger te stellen: de primitieve mens onderscheidt zich van het dier door de godsdienst. Maar als ik toelating krijg van jullie, zou ik er graag van uitgaan dat de mens niet meer zo maar de primitieve mens is, en dan komt de religieuze mens in het vizier.
Oei, nu zit ik op een moeilijk punt, want de eerste reactie van velen zal dan zijn: ja, maar je kan de huidige mens met zijn beschaving, wetenschap, technologie… toch niet meer primitief noemen, terwijl die mens toch niet religieus is ?
Wel ja, ik kan dat wél: ik kom overal primitieve mensen tegen. Ze bevuilen de weide van Pukkelpop, vinden dat het leven draait rond carrière maken en geld verdienen, beleven knaldrang en een aantal aanbidt de God van de macht. Noem ze voor mijn part Poetin, Biden… Voor mij is de zich Alexander De Croote wanende een voorbeeld van een extreem primitieve mens.
Genoeg uitgedaagd. Wat volgt is geen wetenschap. Ik probeer met beelden iets duidelijk te maken.
Godsdienst
Zit die aap daar in zijn grot. Het dondert en bliksemt en dat beest heeft schrik.
Zit die mens daar in zijn grot. Het dondert en bliksemt, maar die mens heeft juist ontdekt dat hij persoon is en dus personaliseert hij ook de krachten die hem schrik aanjagen. De godsdienst is geboren. Vanuit die visie zal de mens gaan pogen om die krachten te bezweren, gunstig te stemmen door offers… Sommige primitieven ontdekken al snel dat ze anderen naar hun pijpen kunnen laten dansen door beroep te doen op die goden. Ze laten die goden geboden en verboden afkondigen en vestigen daarop hun macht. Dit is de essentie van godsdienst.
Natuurlijk zijn donder en bliksem geëvolueerd naar ziekte of “lot” en is het veelgodendom veranderd in een monotheïsme. Natuurlijk heeft de mens zijn verstand er op los gelaten en allerlei filosofische en theologische rationaliseringen bedacht. Maar de essentie is een god die macht heeft en die gunstig moet gestemd worden. Eigenlijk komt het er op neer dat de mens de overdonderende grootheid naar zijn hand wil zetten.
Religie
Ook bij religie is er een besef van een werkelijkheid die groter is dan de mens. Maar anders dan bij godsdienst is dat besef niet doordrongen van angst. Integendeel: de religieuze mens heeft vertrouwen.
De religieuze mens zoekt er ook niet naar om de grootsheid te bedwingen, maar laat ze zijn wat ze is: iets waar hij niet aankan, iets wat hem overstijgt; iets waar hij zich vertrouwvol mag aan over-geven. Dat is ook de essentie van mystiek.
De religieuze mens is dus niet bezig met geboden en verboden, met het brengen van offers.
Verwevenheid
De mens is een nogal complex geval en de meeste mensen – ik niet – zijn de primitiviteit nog niet helemaal ontgroeid en dus zijn godsdienst en religie in een mens dikwijls met mekaar verweven. Maar dat maakt het onderscheid niet onbeduidend.
De rol van wetenschap en lijden
Ondertussen is er natuurlijk de wetenschappelijke ontwikkeling en die heeft de godsdienst de wind uit de zeilen gehaald. Donder en bliksem hebben we ontrafeld en we wonen nu in huizen met bliksemafleiders.
De ervaring van het lijden (de holocaust) heeft duidelijk gemaakt dat de mens niet moet rekenen op een God om dat lijden af te houden. Die God wordt dus overboord gesmeten. Terecht !
De hedendaagse mens
Maar mét de God heeft de hedendaagse westerse mens ook de religie aan de kant gezet.
Als ik Jambon hoor zeggen dat de oplossing bij de technologie ligt en als Sartre me voorhoudt dat er geen God is en dat dus de mens het centrum is van zichzelf, krijg ik te maken met het verlies van het besef van de grootsheid. Pas dat ook maar toe op de decadente manier waarop mensen in deze tijd verplicht worden om zichzelf te zijn.
Als de mens geen besef meer heeft van de grootsheid, wordt hij heel klein.
Dàt is de hedendaagse westerse mens. Hij kan naar de maan, maar menselijk gezien is hij blijven steken in onbenul. Hij heeft geen benul meer van het overstijgende en focust op genot, aanzien, macht…
Als hij het over het klimaat heeft, dan is dat niet omdat hij vindt dat we respect moeten hebben voor onze planeet, maar omdat een klimaatverandering hem niet goed uitkomt. Het gaat weer om hem…
Ik had het over zichzelf zijn.
Een beest dat geen benul heeft van grootsheid heeft daar geen last van: het hoort bij zijn beest zijn.
Maar een mens die geen benul (meer) heeft van de grootsheid is niet zichzelf.
Mensen die niet zichzelf zijn… het kan enkel leiden naar ondergang.
De eenentwintigste eeuw zal religieus zijn of niet zijn.