1 Mei. De toestand van het socialisme in belgië ?

Misschien is mijn vraagstelling verkeerd, want in feite is er zelfs geen socialisme meer in belgië.

Om te beginnen moet je het onderscheid maken tussen Vlaanderen en Franstalig belgië.

De Franstalige parti socialiste claimt nog echt socialistisch te zijn, maar is in feite verworden tot een perversie van het socialisme.

Die perversie is begonnen toen de zware industrie (steenkool en staal) in Wallonië verlieslatend werd en enkel nog kon overleven door enorme subsidiëring.

Albert Frère, toen nog vriend van het koningshuis, slaagde er in om de Waalse politiek – de PS – zover te krijgen dat de staalindustrie werd opgesplitst in een eenheid productie en een eenheid verkoop en dat hij die verkoop voor zijn rekening kon nemen. Dank zij de subsidies voor de productie kon hij zijn staal met winst verkopen. Hij heeft zich letterlijk verrijkt door belastingen van gewone mensen in zijn zak te steken.

Er zullen nog wel andere factoren hebben meegespeeld, maar het is geweten dat Frère eigenaar was van een hotel op de Louizalaan in Brussel waar de top van de PS graag de bloemetjes kwam binnen halen. Alleen wisten die geilaards niet dat dat hotel  vol hing met verborgen camera’s. Ze konden niet anders dan dansen naar het pijpen van Frère.

Natuurlijk was die toestand niet vol te houden, maar vermits de Waalse politici niet bekwaam waren om Frère tegen zijn kar te rijden en het Waalse staal af te stoten, werd de neutrale Fransman Gandois ingehuurd om de staalfabrieken te sluiten.

Dat betekende dus de instorting van de totale Waalse economie, want door vast te houden aan het staal had Wallonië de boot gemist waar Vlaanderen wel op gesprongen was en waar Vlaanderen zijn huidige welstand op gebouwd heeft door te kiezen voor een nieuw economisch weefsel met relatief kleine maar hoogtechnologische bedrijven als basis.

In Wallonië heeft de PS halsstarrig vast gehouden aan de zware industrie.

Wallonië werd een industriële woestijn met een massa werklozen.

Een en ander is dus het gevolg van het feit dat bij de economische crisis Wallonië een andere politiek wilde voeren dan Vlaanderen. 

Voor wie de splitsing van belgië graag in de schoenen van de Vlamingen schuift: het zijn de Walen die toen de splitsing van het economisch beleid hebben geëist. De Vlamingen hebben daartegenover eigen cultureel beleid gesteld. Maar de eerste stap in de ontmanteling van de belgische eenheid is gezet door Wallonië.

Na het debacle van het staal zou je verwachten dat de PS het geweer van schouder zou veranderen en toch nog de weg van Vlaanderen zou opgaan. Niet dus.

Want de toestand met een massa werklozen kwam de PS goed uit: die mensen waren afhankelijk van staatssteun en die staat was in handen van de PS. Daarop heeft de PS haar machtspositie gebouwd. Dat die steun voor de werklozen massa’s geld kostte kon de PS niet schelen, het waren toch de Vlamingen die door de unitaire sociale zekerheid de kosten droegen / dragen.

Het komt er op neer dat de PS uit partijbelang de Walen arm en afhankelijk heeft gehouden. Erger kan je het echte socialisme niet verraden.

Voor de Vlaamse socialisten en belgicisten: door hun fanatisme voor de eenheid van belgië hebben ze de facto meegewerkt aan die perversie van het Waalse socialisme en het neerhalen van de Waalse volksmens.

Nu naar het Vlaamse socialisme.

Dat heeft een heel ander pad gelopen. Maar ook in Vlaanderen is er van echt socialisme geen sprake meer want de SP is verveld van een socialistische partij naar een sociaal-democratische partij … naar een sociaal-liberale partij.

Als je op die evolutie namen wil plakken, denk je aan Karel Van Miert, Patrick Janssens en Steve Stevaert als het gaat over het sociaal democraten. De overgang naar het sociaal liberalisme is vooral het werk van Conner Rousseau. 

Frank Vandenbroucke heeft het hele circuit mee doorlopen en kan je als de ideoloog zien die zelf is geëvolueerd van communisme (de Ral), naar socialisme, naar sociaal-democratie, naar sociaal-liberalisme.

Het is hier niet de plaats om uitputtend in te gaan op de verschillen tussen socialisme, sociaal-democratie en sociaal-liberalisme, maar kort samengevat komt het hier op neer:

het socialisme (in onze contreien) wil(de) af van het kapitalisme, maar in tegenstelling met het communisme dat daarvoor een gewelddadige revolutie nodig achtte, wil het socialisme het alternatief voor het kapitalisme bereiken langs democratische weg. Het socialisme is antikapitalistisch.

De sociaal-democratie echter aanvaardt het kapitalisme en is niet meer op weg naar een alternatief, maar probeert dat kapitalisme wel zo sociaal mogelijk te hervormen, met bijvoorbeeld een sterke staat tegenover de privé. Hierin speelt een uitgebouwde sociale zekerheid nog een grote rol.

Socialisten – atheïsten – horen het niet graag, maar in feite praktiseerden de sociaal-democraten veelal de sociale leer van de katholieke kerk (Rerum Novarum).

Door evoluties in de economische wetenschap (het neoliberalisme), de instorting van het Sovjet-Russische communisme, en de opeenvolging van economische crisissen, eigen aan het kapitalisme, kwam de sociaal-democratie in een crisis en werd er  gekozen voor de zogenaamde “Derde Weg”. Een belangrijke naam daarbij is Tony Blair. Sommigen laten de sociaal-democratie en derde weg samenvallen.

Die derde weg is slechts een overgang geweest naar het sociaal-liberalisme dat het kapitalisme totaal aanvaardt en niet meer bezig is met hervorming van het kapitalisme. De sociale politiek bestaat er nog in dat mensen die uit de boot gevallen zijn van de staat een aalmoes krijgen (energiepremie). De facto betekent dit een uitholling van de sociale zekerheid. Deze afbraak van de sociale zekerheid is bezig, maar gebeurt geleidelijk aan om volksopstanden te vermijden.

Essentieel in de sociale zekerheid is dat de welstellenden meebetalen omdat ze er zelf ook voordeel bij hebben. Die inbreng van de welstellenden werd stap voor stap afgebouwd zodat we nu in een toestand zijn waarin de geloofwaardigheid van het systeem enkel nog standhoudt door een belasting op meerwaarden zodat de rijken toch nog enigszins bijdragen.

Het is pijnlijk dat het socialisme er vandaag moet voor ijveren dat ook de rijken meebetalen om de armen een premie te geven waardoor ze in armoede kunnen overleven.

En de PVDA ?

Ook die partij is geëvolueerd. Oorspronkelijk felle tegenstander van het kapitalisme en bereid tot gewelddadige revolutie schijnt een Hedebouw nu de democratische weg op te gaan in de strijd tegen het kapitalisme. Dat betekent dat de PVDA de facto in het gat is gesprongen dat door de socialisten is gelaten toen ze overgingen naar de sociaal-democratie.

Of Hedebouw daarin oprecht is, is een vraagteken. Sommigen denken dat hij bij genoeg politieke macht via verkiezingen en als de kans zich aanbiedt, wél nog bereid is om een gewelddadige revolutie te ontketenen. Maar dat is koffiedik kijken. Ondertussen kan je zeggen dat de ook de PVDA het kapitalisme niet bekampt. Het doet geen enkele inspanning om bij de massa antikapitalistisch bewustzijn op te wekken. Alleen al het feit dat die partij haar verkiezingssucces fel bouwt op de stemmen van de moslims zegt alles.

Als sociaal voelende mens vind ik dit geen mooi verhaal.

Wie onbevangen naar het kapitalisme kijkt en ziet hoe het de ongelijkheid tussen mensen creëert en onvermijdelijk tot oorlog leidt, kàn niet anders dan hopen dat er ooit – snel – opnieuw een  sterke beweging ontstaat die het kapitalisme effectief bekampt.

Maar deze 1 mei zal die stem nergens te horen zijn.

Een reactie achterlaten

Je e-mailadres zal niet getoond worden. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *