vervolg van mijn blog van gisteren
De wereld staat vol met ruiterstandbeelden van koningen in krijgshaftige houdingen.
In Bethlehem hebben ze de grot gevonden waarin Jezus geboren is. Over die grot hebben ze een kerk gebouwd. Je kan je voorstellen dat die een massa bedevaarders en toeristen aantrekt. Wat dan ook dadelijk opvalt als je die kerk ziet, is de piepkleine ingang. Een beetje uitgegroeide mens, moet zich bukken om er binnen te geraken. De bouwers van de kerk wilden absoluut vermijden dat een koning te paard de kerk kon binnen rijden.
Jozef en Maria waren een zooitje ongeregeld. Zij te jong en zwanger van een onbekende. Hij te oud en een armoezaaier. Ze waren niet eens getrouwd. Hoogzwanger kloppen ze in Bethlehem aan bij een herberg. Maar toen al was er discriminatie en ze mochten er niet in. Om te beginnen hadden ze een vreemde naam, want ze kwamen uit Galilea, een verre provincie waarvan de bevolking niet goed aangeschreven stond. Die herbergier had natuurlijk dadelijk geroken wat er aan de hand was en wilde geen bloed aan zijn lakens, en vermits hij niet zeker was van betaling zei hij dus maar dat de kamer al verhuurd was. Lees verder “Kerstmis, het feest van de ezel”