Kan een robot liefhebben ?

Streven

Annalin van Putten *

De mens: ergens anders ?

De humanoid, of menselijke robot, wordt gezien als een ‘stap voorwaarts’ in de menselijke evolutie maar roept tegelijkertijd angst en afgrijzen op. Wat leert de confrontatie met een humanoid ons over de paradigma’s met betrekking tot mens-zijn, menselijk bewustzijn en het zelf? Stuiten we bij deze ‘hernieuwde’ vaststelling op grenzen van mens-zijn en menselijk bewustzijn? Of worden ons nieuwe mogelijkheden getoond

Een filosofische bedenking die kan aanzetten tot eigen reflectie. Nogal wat mensen zullen niet bereid zijn tot deze reflectie, en weinigen zullen de taal van de schrijfster hanteren. Maar de aanzet is interessant. Ik wil er wel op ingaan, maar kan niet anders dan de vraag kaderen in mijn denkwereld en daarin speelt het geloof een rol.

Is de humanoid een stap voorwaarts in de menselijke evolutie ?

Mijn basisgedachte is simpel.

De mens is inderdaad niet af en een wezen in evolutie. Maar waar gaat die evolutie naar toe ? En is dat “waar naar toe” een doel ? Met andere woorden is er een gewenst “waar naar toe” ? 

Als ik het antwoord op die vraag ken, kan ik me afvragen of de humanoid een stap vooruit is in de evolutie naar dat doel. 

Een basisinspiratie waarop ik in mijn blogs al verschillende malen beroep heb gedaan is een kort zinnetje uit het bijbelse scheppingsverhaal: “…en God schiep de mens naar zijn beeld en gelijkenis…” Er zijn mensen die dit belachelijk vinden. Ze stellen zich dan een god voor die een mens in mekaar knutselt terwijl hij in de spiegel kijkt. Voor mij is het belachelijk om het zich zo voor te stellen omdat deze voorstelling totaal voorbijgaat aan het literaire genre van het scheppingsverhaal dat eigenlijk een mythe is. Dat betekent dat het in verhaalvorm een “waarheid” probeert te verwoorden die in “gewone”  of  “filosofische” bewoordingen moeilijk of niet te vertalen valt.

Als ik nu dus toch probeer om dat zinnetje uit te leggen, is dat een heikele onderneming. Toch moet ik het proberen.

In de verhaalvorm en het mythologische denken spelen de werkwoord-tijden een relatieve rol. De verwoorde tijd is de verleden tijd. Maar tegelijkertijd kan het even goed de bedoeling zijn om iets te verwoorden wat nog zal/moet gebeuren.

Dan krijgt het zinnetje inderdaad de betekenis van: de mens is niet af. Hiermee sluit het bijbelse scheppingsverhaal van duizenden jaren geleden zich aan bij de evolutietheorie. 

De mens die niet af is, evolueert ergens naartoe. Voor de bijbel is dat: naar Gods beeld en gelijkenis.

De mens is vanaf zijn ontstaan op zoek geweest naar de betekenis van het begrip God. Wie of wat is God ? In de loop der tijden zijn er vele antwoorden gegeven op die vraag. Voor mij is tweeduizend jaar geleden het definitieve antwoord gegeven: God is Liefde. (1 Joh. 4,8) Het is niet toevallig dat na dit antwoord er nog slechts één andere mogelijkheid over bleef: de ontkenning van God. De islam is na het christendom gekomen, en hanteert een ander godsbeeld. Maar dat is een regressie.

De mens wordt dus geroepen om mens te worden naar het beeld van de Goddelijke liefde. De voltooide mens is de totaal liefdevolle mens. Tegelijkertijd houdt het Godsbegrip van oneindigheid in dat de voltooide mens nooit zal bereikt worden. De mensheid zal altijd nog kunnen groeien in bekwaamheid en bereidheid tot liefde. Bijdragen tot deze groei is voor een christen een opdracht.

Is de humanoid een stap in de evolutie van de mensheid ?

Na het bijbelse scheppingsverhaal en de Nieuw-Testamentische uitspraak God is Liefde, moeten we de vraag zo formuleren: is de humanoid een stap vooruit in de evolutie naar de liefdevolle mens ?

Je kan de vraag enkel beantwoorden als je een klaar en duidelijk beeld hebt van wat Liefde eigenlijk is. En dan niet zo maar van de menselijke liefde, maar ook van de Goddelijke Liefde.

De beste bepaling van menselijke liefde die ik ooit ben tegengekomen, kwam van de Franse filosoof Maurice Nédoncelle: “l’ Amour, c’est la promotion de l’ autre dans l’ autre”. Maak je geen zorgen als je dat niet zo dadelijk vertaald krijgt. Ik heb de vraag naar vertaling voorgelegd aan masters in de Romaanse talen. Ze vonden het ook niet (zo dadelijk). Zodus: “de liefde is het bevorderen van het andere in de andere”.

Dit is een aartsmoeilijke opdracht. Nog al wat huwelijken gaan er aan kapot dat een van beide – of beide – partners de andere willen veranderen. Als je deze uitspraak consequent doortrekt, zou een huwelijk tussen twee personen van totaal verschillende manieren van denken, culturen, temperament, afkomst, maatschappelijke status… het toppunt van huwelijk zijn. Ik ben dat nog niet tegengekomen. Het zou ook inhouden dat ik als man bekwaam zou moeten zijn om mijn vrouw te laten groeien in vrouwelijkheid, en andersom. Ik kan de vrouwelijkheid van mijn vrouw wel respecteren. Maar kan ik ze bevorderen ?

Zal de humanoid een stap vooruit zijn in dat proces ? Of, anders gesteld: zal op een bepaald ogenblik de humanoid de mens kunnen vervangen als die niet meer verder geraakt in zijn groei naar bekwaamheid en bereidheid tot liefde ?

Wat de goddelijke Liefde betreft moet ik kort zijn (Ik zit bijna aan mijn duizend woorden.) De meest eenvoudige vorm om die te omschrijven is: de liefde voor de vijand. Als je daarop doordenkt is het eigenlijk gewoon onmogelijk. (Daarom is het ook goddelijk). Want liefde voor de vijand betekent niet dat je moet goed zijn voor de vijand, maar dat je er van moet houden. Dat is niet hetzelfde. Als ik er de bepaling van Nédoncelle weer bij haal, betekent de liefde voor de vijand dat je hem moet bevorderen, juist in dat wat hem een vijand van je maakt.

Als de makers van de humanoid denken dat hun “schepsel” ooit in staat zal zijn om uit zichzelf stappen te zetten in de evolutie naar bekwaamheid tot liefde voor de vijand, kan een humanoid een stap vooruit zijn in de evolutie van de mensheid. Of nog: zal de humanoid ooit bekwaam en geïnteresseerd zijn om die stappen te zetten ?

Ik denk dat de mensheid, ook zonder humanoid nog veel evolutie voor de boeg heeft. Als ik zo rondom mij kijk, en ook naar mezelf, zie ik niet veel liefde voor de vijand. Maar ik ben niet zo pessimistisch dat ik denk dat de mens ooit de humanoid zal nodig hebben om te evolueren naar Gods beeld en gelijkenis.

 

Een reactie achterlaten

Je e-mailadres zal niet getoond worden. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *