Knack
Het spijt me, maar Dedecker heeft gelijk.
Valérie Van Peel was voor mij een van de zeer weinige politici waarvan ik dacht: die zegt wat ze meent, en meent wat ze zegt. De anderen zeggen wat ze denken dat goed is voor de partij. Calvo zegt altijd wat hij denkt dat goed is voor zichzelf.
De N-va is niet mijn partij. Maar voor Van Peel zou ik N-va stemmen. Neen, ik hield niet van de emotionaliteit die haar soms overmeesterde. Maar eerlijkheid is tegenwoordig zo zeldzaam dat we ze moeten koesteren.
Op de Afspraak werd het afscheid van Van Peel besproken door Els Doesburg (N-va) en Calvo. Doesburg bracht een waardig saluut en inzicht in de gebeurtenis. Calvo slaagde er in om er in de kortste keren een partijpolitiek dispuut van te maken. Daarmee haalde hij elk niveau uit het gesprek. Ik kots van die man. En zeggen dat ik na zijn terugkeer uit Nederland even de indruk had dat hij gelouterd was. Niet dus.
De particratie wordt – terecht – aangegeven als oorzaak van de onmacht van het parlement en de ontgoocheling van oprechte politici als Van Peel.
Dan wordt er verwezen naar de macht van de voorzitters. Anderen verwijzen naar de financiering.
Het is de typische manier van denken die de zogenaamde intellectuelen van tegenwoordig kenmerkt: ze weigeren door te denken in de diepte omdat daardoor het hele systeem in vraag wordt gesteld en dat màg niet.
Er worden dan oppervlakkige problemen vastgesteld omdat je er niet naast kan kijken, en voor die oppervlakkige problemen worden oppervlakkige oplossingen voorgesteld.
Laat me het dadelijk duidelijk stellen: een échte democratie is niet mogelijk met politieke partijen.
Onze huidige democratie is een constructie in dienst van het grootkapitaal en het kapitalistische systeem. Dat kàn geen democratie zijn, want het grootkapitaal is niet het volk, en erger nog: per definitie van het systeem offert het systeem het volk op voor de winst van de kapitalist.
Een en ander draait rond het thema macht.
Onze democratie verdedigt de macht van het kapitaal. Links stelt daartegenover de macht van de arbeid.
Om te beginnen kàn de arbeid de strijd niet winnen in een systeem dat ontworpen is om de macht van het kapitaal te vrijwaren.
Maar nog veel erger: de strijd zelf is een perversie van een gezonde samenleving.
Nu hebben we een economisch systeem dat bouwt op de concurrentie en een democratisch systeem dat precies hetzelfde doet. Dat alleen al zou tot denken moeten aanzetten.
In een gezonde samenleving wordt de concurrentie uitgeschakeld. En dus ook in de democratie.
Toegegeven: de mens is wie hij is en dus zal concurrentie nooit helemaal verdwijnen. Maar er is een verschil tussen een samenleving die de concurrentie cultiveert en een samenleving die de concurrentie zoveel mogelijk uitschakelt.
Leg me eens uit waarom je een systeem verdedigt dat concurrentie cultiveert ?
Leg me eens uit waarom je weigert om na te denken over – en te ijveren voor een systeem dat de concurrentie zoveel mogelijk uitschakelt ?
Iedereen heeft de mond vol van vrijheid. Welnu in een wereld die draait op concurrentie is vrijheid niet mogelijk, want die wereld zit vol verliezers van de concurrentiestrijd. Verliezers zijn niet vrij.
De liberalen – verdedigers van het kapitalisme – roepen zichzelf uit tot verdedigers van de vrijheid. De liberalen verdedigen slechts één vrijheid: de vrijheid om anderen onvrij te maken.
We moeten dus af van de concurrentie: in het economisch systeem, maar even goed in de democratie. En dus moeten we af van de politieke partijen.
Natuurlijk zullen er ook in mijn ideale systeem meningsverschillen zijn.
Schoonsprekers zeggen dat onze democratie het georganiseerde meningsverschil is. Ofwel weten ze niet wat ze zeggen, ofwel liegen ze. Onze democratie is de georganiseerde machtsstrijd.
Meningsverschillen kan je oplossen zonder machtsstrijd. Maar dat vraagt luisterbereidheid en bereidheid om de argumenten van de ander ernstig te nemen. In een wereld die de concurrentie cultiveert, wordt die bereidheid afgebroken.
Belangenconflicten zijn onvermijdelijk. Maar de manier waarmee we er mee omgaan is niet onvermijdelijk strijd.
In mijn boek Eutopia – enkel voor gevorderde lezers 🙂 – probeer ik een democratie te ontwerpen zonder politieke partijen, gericht op consensus. Ik ben geen genie en mijn ontwerp zal dus wel vatbaar zijn voor verbeteringen. Maar ik ben er wel van overtuigd dat het kàn.
Maar niet binnen het kapitalisme. Want alles hangt samen met alles.
Deze consensusdemocratie is enkel mogelijk in een samenleving met een menswaardig basisinkomen. Een menswaardig basisinkomen is enkel mogelijk in een economie waarin de spanning tussen arbeid en kapitaal wordt opgeheven.
Ik heb hier niet de plaats om een en ander dieper uit te werken.
Maar waarom promoveer je jezelf niet tot gevorderde en lees je niet Eutopia ?
Je kan het gratis lezen en/of downloaden, ook in ebookformaat, op deze website onder de rubriek Publicaties. Gratis !