De Groene Amsterdammer
Het gaat hier natuurlijk over Nederlandse toestanden en ik ga me er niet aan wagen om te pogen om die naar belgïe of Vlaanderen over te zetten. Maar de denkcategorieën zijn natuurlijk wel gelijklopend. En de verwarring is overal even groot, net zoals het hokjesdenken.
Een belangrijk thema hier is de tegenstelling tussen een sterke staat die dan sociaal zou zijn, en een staat die zo weinig mogelijk tussenkomt in het leven van de mensen, en vooral in de economie, en die dan liberaal of neokapitalistisch zou zijn. Voortdurend kom ik deze tegenstelling tegen want weinigen kunnen zich uit dat denkkader bevrijden.
Dat denkkader steunt op het marxistische denken dat de oplossing voor de tegenstelling arbeid-kapitaal ziet in een allesbepalende staat die eigenaar is van de productiemiddelen (het kapitaal). De staat wordt dan gezien als een gemeenschap, of op zijn minst als de vertegenwoordiger van de arbeidersklasse.
Om het simpel voor te stellen: wie voor veel belastingen is, is sociaal; wie voor weinig belastingen is, is asociaal. Als ik het zo voorstel moet er toch al een belletje gaan rinkelen.
Om te beginnen moeten we de vraag stellen of de marxistische idee dat staat en gemeenschap samenvallen wel correct is. Laat ons nu nog aannemen dat dit zo zou kunnen zijn in een puur socialistische wereld waarin het kapitalisme is uitgeschakeld, dan is dit zeker niet zo in onze kapitalistische wereld. In onze wereld zegt de marxistische analyse terecht dat de politiek in dienst van het kapitaal staat (ik weet het, ik val in herhaling, maar toch moet het opnieuw gezegd worden). Vermits de politiek samenvalt met de staat, of op zijn minst de staat leidt, is er totaal geen evidentie dat een sterke staat ook een sociale staat zou zijn. In onze situatie betekent een staat die veel belastingen heft, helemaal niet dat die ook een sociale staat zou zijn, want de beheerders van dat geld staan in dienst van het kapitaal. Lees verder “Links voert een achterhoedegevecht”