Neen, natuurlijk is mijn titel niet helemaal juist. Hij is zelfs heel veel niet helemaal juist. Maar toch: God is zoals een virus in die zin dat hij niet kan leven zonder de mens. Hij is een parasiet.
Maar er zijn twee grote verschillen: hij dringt zich niet op. Hij vraagt mij heel beleefd fluisterend toestemming om in mij tot leven te komen. Als de mensen hem niet aanvaarden, kan hij niet leven onder de mensen. Alhoewel. Maar dat is voor zo dadelijk.
Het andere verschil ? Hij maakt niet ziek, maar gezond. Hij verzwakt niet, maar versterkt.
Maar waarover hebben we het als we over God spreken ?
God is iets dat meer is dan iemand. Het is iets wat de mens overstijgt. Maar als hij meer is dan iemand, kan ik hem niet “iets” noemen. Van de andere kant is dat “meer dan iemand” ook iets 🙂 wat ik niet kan bevatten. Ik geef het dan maar de naam God. Maar als ik over die God wil spreken schieten woordjes zoals hij en hem eigenlijk tekort, want zij slaan op “iemand”. Het probleem is dat ik geen voornaamwoorden heb die dat meer dan iemand uitdrukken. Dus dan toch maar “hij” of “hem ? Weet je wat ? Ik maak er voortaan hij+ van, ook al schiet ook dat nog tekort en zou ik daar een oneindig aantal plussen moeten bijvoegen. Lees verder “God is een virus”