De canon is geen geschiedenis

MO*

Geert Van Istendael

Vlaamse canon? En wat zou erin kunnen? Moeten? Mogen?

Vooraf dit: ik heb een hekel aan canons. Canons zijn machines die uitsluiting produceren. Zaligheid binnen, verdoemenis buiten. Maar goed, er zijn blijkbaar Vlamingen, en niet de geringste, die ab-so-luut een canon willen om de Vlaamse natie op te stoten in de vaart der volken. Welaan dan, hier enkele voorstellen.

Wat is dat toch met mij ? Van Istendael is een belgicist die wel eens vals durft spelen. Als het iemand anders zou zijn, zou ik hem een valse leugenaar noemen. Maar hem vergeef ik het. Vraag me niet waarom ? Ik weet het niet.

Vooraf dit: canons zijn géén machines die uitsluiting produceren. Het zijn gewoon lijstjes die aangeven wat er bij een bepaald thema zeker moet vermeld worden. Natuurlijk kan een Vlaamse canon uitsluitend werken, maar dat is niet noodzakelijk zo.

Van Istendael speelt vals omdat hij in zijn canon voortdurend benadrukt dat franstaligen, Hollanders, Duitsers en Italiaanse invloeden deel uitmaken van de Vlaamse canon. Als hij Hadewych vernoemt doet hij dat in één adem met Ottomaan El Hamouchi een fundamentalistische moslim die zich voordoet als een verlichte geest, maar eigenlijk een vulgaire leugenaar is. Daarmee haalt hij op subtiele wijze de vlaamsheid van de canon onderuit. Terzake.

Identiteit is belangrijk. Als er geen identiteit is, is er ook geen andere. En geen andere betekent: geen ontmoeting. En dus ook geen “wij”.

Natuurlijk kan iemand zijn identiteit misbruiken, zich opsluiten in zichzelf en elke andere als een bedreiging of vijand zien. Maar dat is niet noodzakelijk zo, en in ieder geval is zonder identiteit ook geen openheid voor de andere mogelijk. Je kan geen deur openen, als je ze ook niet kan sluiten.

Vele linkse vrienden zijn zo geobsedeerd door het gelijkheidsdenken dat ze van identiteit – die per definitie ongelijkheid betekent – niet willen weten. Maar hun “wij” wordt dan een soort smoothie waarin je geen enkel ingrediënt nog als zodanig kan herkennen. Maar om die smoothie te maken, moet je wel de afzonderlijke ingrediënten vermorzelen. Van mij mag je dat met fruit, maar niet met mensen.

In de vorming van mijn identiteit speelt, onder andere, mijn persoonlijke geschiedenis. Maar een gedeelte van mijn geschiedenis heb ik gemeenschappelijk met anderen. Dat deel wordt bepaald door de streek waarin ik leef. Je kan het begrip volk omschrijven als precies dat gemeenschappelijke van de geschiedenis van een groep mensen. Dat deel van mijn identiteit vormt dus gemeenschap. Dat is in essentie een links thema. 

Voor de overgrote meerderheid van de mensen verloopt hun leven in één streek. Geschiedenis-identiteit is normaal gesproken streekgebonden. Als die streek ook een staatsstructuur heeft, krijg je een natie. Wie stelt dat een staatsstructuur slechts één volk kan huisvesten, is een volksnationalist. Uiteraard is de natievorming dan gemakkelijker. Maar in principe is de stelling onjuist: één staatsstructuur kan wél verschillende volkeren huisvesten. Ik ben het dus fundamenteel oneens met de n-va. Maar het samenleven van verschillende volkeren in één staatsstructuur veronderstelt dan wel respect voor mekaars eigenheid en de wil om samen te werken en te leven en daarover goede afspraken te maken. Dat is niet simpel. Maar het moet kunnen.

Door de globalisering en de daarmee gekoppelde migratie ontstaan meer en meer staten met verschillende volkeren. Maar ze waren er ook al voor de globalisering. Kijk maar naar belgië. belgië heeft bij zijn ontstaan wel een totaal verkeerde start genomen doordat er binnen het franstalige volk geen enkel respect was voor het Vlaamse. Dat speelt nog altijd mee. Ik ga daar hier niet verder op in. Maar door de globalisering is er in belgië een derde volk bijgekomen: de moslims. Het probleem met de islam (ik heb het nu niet over de individuele moslim) bestaat er in dat respect voor de anderen totaal afwezig is. De islam is in essentie een veroveringsideologie. Mohammed was een krijgsheer die met het zwaard de andere volkeren veroverde.

Op dat ogenblik wordt het ene volk een bedreiging voor de identiteit van het andere. Dit wordt door veel Vlamingen zo aangevoeld. Daarin hebben ze gelijk. 

De canon van De Wever reageert op twee aanvallen op de Vlaamse identiteit: de aanval van links vanuit het gelijkheidsdenken, en de aanval de islam vanuit het veroveringsdenken. Ik weet niet welke aanval het gevaarlijkste is.

Over het gelijkheidsdenken toch nog dit: niet iedereen is gelijk, en dus is ook niet iedereen evenwaardig. Niet iedereen heeft evenveel mogelijkheden om bij te dragen tot de gemeenschap. Een aantal mensen met veel mogelijkheden gebruiken die niet voor de gemeenschap, maar enkel voor zichzelf. Dat is perversie. Andere mensen hebben minder mogelijkheden. Ze dragen minder bij. Maar ze doen wel wat ze kunnen. Op dat ogenblik wordt hun minderwaardigheid onbelangrijk, want ze verdienen evenveel waardering. Die waardering maakt het gelijkheidsdenken overbodig, en opent de weg naar grotere menselijkheid: het respect voor de mindere. Als iedereen gelijk is, wat betekent respect dan nog ?

Terug naar de canon. De canon wortelt in de gemeenschappelijke geschiedenis. Maar de canon is geen wetenschappelijke geschiedschrijving. De canon bestaat uit verhalen. Linksen proberen de canon belachelijk te maken door te verwijzen naar de Guldensporenslag en Jan Breydel die enkel vlees zou geleverd hebben. Het is belangrijk om in de geschiedenislessen de correcte weergave van de feiten aan te brengen. Maar uit een feit in het verleden is een verhaal ontstaan. En dat verhaal kan thuis horen in een canon. De hele bijbel is een verzameling van zulke verhalen. De staat Israël is er op gebouwd. De Maori’s zijn bedreigd in hun cultuur en identiteit. Ze vinden het belangrijk dat hun verhalen worden doorverteld. Linksen steunen dat, maar niet als het over Vlaamse verhalen gaat.

Het verhaal van de Guldensporenslag gaat in essentie niet over het verloop van een veldslag, maar over heldendom; over de overwinning van de zwakkere op de sterkere; over de opstand tegen onderdrukking. In die zin geeft het verhaal van de Guldensporenslag uit het verleden, een beeld van de strijd van het Vlaamse volk na de stichting van belgië. Dat is de betekenis van een canon.

Werkt die canon dan uitsluitend ? Welnu, als je strijd tegen onderdrukking uitsluitend vindt, mag je dat van mij stellen. Maar dan heb je wel niet meer het recht om je links te noemen. 

 

Een reactie achterlaten

Je e-mailadres zal niet getoond worden. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *