Daens is van niemand

Doorbraak

Geert Goubert

Daens is van ons

Staatssecretaris Mathieu Michel sprak Christophe D’Haese, kamerlid en burgemeester van Aalst, onlangs in de Kamer aan als ‘meneer Daens’. Koen Geens meende (in het Frans) op deze grote lapsus belerend te moeten reageren met: ‘Daens c’est nous, c’est le début de la démocratie chrétienne’ (Daens dat zijn wij, het is het begin van de christendemocratie)

Als het over de huidige politieke partijen gaat is Daens van niemand.

Daens was een priester die getroffen was door de verschrikkelijke armoede van de mensen van die tijd. Voor hem was die armoede terecht verbonden met de dé constructiefout van het onland belgië. belgië is geconcipieerd als een Franstalig land terwijl de meerderheid van de inwoners geen Frans kende. Ja, er was natuurlijk nog geen sprake van een Nederlandse eenheidstaal. Het Vlaams was een verzameling van dialecten, maar dat is niet terzake. De leiding van het land en de bezitters van het land, de kapitalisten waren Franstalig.

Natuurlijk was de armoede bij de Franstalige arbeiders even groot als bij de Vlaamse, maar voor de Vlaming die geen Frans kende was de weg uit de armoede afgesloten. Vlaanderen werd gezien als een wingewest. Vlaming zijn was een handicap. Misschien nog belangrijker: de Vlaamse bevolking had geen verdedigers in de Franstalige bestuursorganen die minachtend neerkeken op alles wat Vlaams was. Die mentaliteit is nog altijd aanwezig bij een Franstalige “elite”. Je komt ze ook nu nog tegen op facebook. Daens was de eerste volksvertegenwoordiger die de moed had om de Franstalige minachting te trotseren en in het Nederlands de belangen van de Vlaamse arbeiders te verdedigen. 

Je kan een en ander samenvatten als volgt: er was in belgië een bevolkingsgroep die als groep werd gediscrimineerd – daarbij speelde de taal een grote rol. Daens kwam op tegen deze discriminatie. 

Er zijn linksen die het Vlaamse karakter van het Daensisme ontkennen. Blind zijn is geen ondeugd. Maar met opzet niet willen zien omdat de werkelijkheid niet past in het ideologische plaatje, voert naar de hel.

Voor zijn sociale strijd vond Daens inspiratie in de encycliek Rerum Novarum van paus Leo XIII. Daarin werden de zondige toestanden van de kapitalistische uitbuiting van de arbeiders erkend en werden vakbonden aangeprezen als machtsmiddel om tot een evenwicht te komen met de macht van het kapitaal. Voor mij gaat dit niet ver genoeg en moet de macht van het kapitaal totaal gebroken worden. Maar het zou kunnen dat de visie van Rerum Novarum in die tijd de meest wijze oplossing was. De praktijk van het Marxisme-Leninisme in Rusland heeft bewezen dat de tijd er niet rijp voor was. En als de tijd er wel rijp voor zou geweest zijn, toont dat aan dat er met dat Marxisme-Leninisme toch iets mis was.

Voor deze visie van Rerum Novarum vond Daens geen enkele aanhang bij de katholieke partij van toen, onder andere omdat die tot die Franstalige kapitalistische “elite” behoorde.

Natuurlijk speelde bij Daens niet enkel verontwaardiging over uitbuiting. Als priester wilde hij zeker ook het werkvolk weg houden van het goddeloze socialisme.

Als je deze gegevens samen legt, kon het niet anders of hij moest zijn eigen partij oprichten.

Ondertussen is de cd&v niet meer de partij van een kapitalistische Franstalige “elite”. Maar je kan ze onmogelijk een politieke opvolger van het Daensisme noemen. In de cd&v vind je een sterke arbeidersvleugel die zich laat inspireren door Rerum Novarum en in die zin aansluit bij het Daensisme. Maar je vindt er een ongeveer even sterke ondernemersvleugel die de kant van de kapitalisten kiest. Enerzijds – anderzijds. Cd&v-ers stellen het graag voor alsof hun partij de partij van het midden is en van de verzoening tussen links en rechts. Maar even goed is ze een partij van de tweespalt en de zeer brede spreidstand. Dat was de partij van Daens zeker niet.

De partij die nog het meest aansloot bij het Daensisme was de teloor gegane Volksunie, al was het ook daar natuurlijk niet allemaal koek en ei, en kan je ook daar periodes zien waarin de Daensistische inspiratie niet zo sterk was.

Als ik naar de twee basiselementen kijk – Vlaams en sociaal – dan zag ik in de Volksunie mensen die wel sociaal maar toch meer Vlaams waren, bij anderen was het andersom. Na de ineenstorting van de Volksunie zijn die mensen verdeeld geraakt over verschillende partijen. Een Bart Staes is bij de groenen terecht gekomen. Somers bij de VLD. Willy Kuijpers en Nelly Maes bij de n-va. Een ganse vleugel heeft zich omgetoverd tot het vlaams blok. Maar als er één groep is die totaal geen recht heeft om zich te beroepen op Daens, dan is het het vlaams blok.

In de n-va vind je nu voornamelijk drie strekkingen: een strekking Daens, een strekking richting vlaams blok, en een strekking Vlaams-liberaal, met als nuance hierin ook Vlaams-sociaal liberalen. Laat het duidelijk zijn dat op dit ogenblik de strekkingen Daens en sociaal liberaal geen enkel gewicht hebben in die partij. Dat is dan ook de reden waarom ze voor mij niet aanvaardbaar is.

Neen, ik ben geen Daensist. Ik heb het al gezegd: Rerum Novarum is niet antikapitalistisch genoeg. Maar binnen de huidige context waarin er geen vooruitzicht is op een sterke antikapitalistische beweging zou een puur Daensistische partij welkom zijn.

Ja, dat ik geen sterke antikapitalistische beweging zie, zullen mijn vrienden van de pvda me niet in dank afnemen. Maar de pvda zelf vermijdt scrupuleus om verbonden te worden met het antikapitalisme en zit verwikkeld in een wedloop met het vlaams blok om de strafste sociale eisen die suggereren dat er binnen het kapitalisme oplossingen zijn. Als je aan de mensen voorhoudt dat een rijkentaks een oplossing is voor het probleem van de pensioenen, heb je geen strijd tegen het kapitalisme meer nodig. Die houding van de pvda toont aan dat ze zelf niet gelooft in die sterke antikapitalistische beweging.

De n-va is voor mij onaanvaardbaar. Als de pvda zich zou inzetten voor die antikapitalistische beweging zou ik mijn anti-belgicisme  nog opzij kunnen zetten. Ook mijn ideologische afwijzing van het marxisme-leninisme en aanleunen bij het anarchisme zou niet doorwegen. Maar nu ligt er niets aan de andere kant van de weegschaal.

Geef me dan maar Daens. Die kwam ten minste nog uit voor zijn zaak.

 

 
 

Een reactie achterlaten

Je e-mailadres zal niet getoond worden. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *