God, hij, zij, het …

de Bezieling

Eric Corsius

Onthullen en verhullen

Een spel van onthullen en verbergen is zowel in de literatuur als in de godsdienst terug te vinden. De spanning tussen het verlangen naar liefde en erkenning enerzijds en noodzaak tot bescherming van de eigen kwetsbaarheid anderzijds is de drijfveer achter dit spel van afstand en nabijheid. Dat geeft ook theologisch te denken. Schrikt God terug voor zijn eigen kwetsbaarheid

Een interessante bedenking over onthullen en verbergen; over bescherming en kwetsbaarheid.

In een eerste reactie wilde ik schrijven: maar waarom haalt Corsius God er bij ?

Ondertussen ben ik zo ver dat ik besef dat God er inderdaad bij hoort. Maar niet de God van Corsius.

Antropomorfisme kan plezant zijn.

TV reportages over dieren worden interessant als we in het gedrag van dieren gedrag van mensen projecteren; als we aan beesten menselijke gevoelens toeschrijven. Als een slang vals en een hond trouw is.

Ik hou daar wel van. Ook al weet ik natuurlijk dat dieren niét gelijk zijn aan mensen. Als ik dat in mijn achterhoofd hou, is er niets mis met dat antropomorfisme.

Het wordt natuurlijk wel ongezond als ik dat antropomorisme niet meer als zodanig herken. Als ik écht ga denken dat een hond trouw is.

Het is precies dat ongezonde antropomorfisme dat ik terug vind bij Corsius, maar dan niet over dieren, maar over God.

Nu moet ik oppassen, want als mens kan ik enkel op een menselijke manier over God spreken. Dat wil zeggen dat er altijd een vorm van antropomorfisme in mijn spreken zal aanwezig zijn.

Net zoals bij dieren is dat op zich geen probleem. Maar het wordt dat wel als ik dat antropomorfisme niet meer als zodanig herken, want dan laat ik God niet meer God zijn.

Ik ben niet de slimste en dus moet ik het simpel houden.

Ik laat dat menselijke dus maar samen vallen met het persoon-zijn.

Is God persoon ? Is hij iemand ?

Als ik God God wil laten zijn, is het antwoord: neen !

God is méér, “hoger”.

Het hoort bij het mens zijn om “gevoelig” te zijn voor transcendentie. Een mens is pas echt mens als hij een vorm van bewustzijn kan ontwikkelen van “iets” wat de mens overstijgt; het bewustzijn dat hij (slechts) deel is van een groter geheel waarbij het geheel groter is dan de som van de delen …

Het is een van de drama’s die van onze samenleving een decadente samenleving maken, dat veel te veel mensen niet meer gevoelig zijn voor transcendentie. Hun horizon beperkt zich tot zichzelf.

Ze liggen op het strand zichzelf in te smeren en zijn niet bekwaam om “getroffen” te worden door het mysterie van de verre horizon van de zee …

In feite is de zich insmerende mens beneden-menselijk. Hij is niet volledig mens.

Pas als een mens open staat voor transcendentie is hij héél mens. Heelig. Heilig.

Enkel de religieuze mens is mens.

De religieuze mens valt niet zo maar samen met de godsdienstige mens.

Godsdienstige mensen kunnen weinig religieus zijn.

Als hun geloof gericht is op eigen zieleheil, op het bekomen van gunsten van God en zijn heiligen … zijn ze niet echt religieus.

Voor veel mensen valt godsdienst samen met ethiek: inzicht in wat goed en kwaad is; gedragsregels. Ze zijn misschien godsdienstig maar niet religieus.

Ik heb het hier dus over de echt religieuze mens.

Ook de mens die zich bewust is van transcendentie, kàn  niet anders dan antropomorfistisch spreken over het/de transcendente. Hij heeft nu eenmaal enkel menselijke woorden.

En dus ja: als ik het over God heb, zit ik met het woordje “hij”. Voor de feministen mag ook “zij”.

Maar terwijl ik “Hij” zeg, moet ik beseffen dat Hij niet Hij is.

Mensen onthullen en verbergen. Hij niet. Want Hij is God.

Als Johannes, bouwend op Jezus, zegt: “God is Liefde”, dan wijst hij naar een zich totaal onthullende God, totale kwetsbaarheid. Die kwetsbare God wordt ons getoond in de mythologische verhalen van de pasgeboren baby bij Kerstmis en van de gekruisigde bij Pasen.

Moeten wij ons even kwetsbaar opstellen ? Neen, natuurlijk niet. Wij zijn God niet. We kunnen het gewoonweg niet, en we moeten het ook niet kunnen. Maar als ik mijn geloof ernstig neem, moet ik er wel naar streven … in de mate van het mogelijke.

Het zal niet altijd mogelijk zijn, want ik ben omgeven door anderen die ook niet God zijn en door velen die – zoals ik zojuist al stelde – zelfs niet helemaal mens zijn.

Ik moet en kan proberen om van hen te houden. Maar liefde is nooit destructief. Ook niet zelfdestructief.

En dus zal ik, anders dan God, mezelf soms moeten beschermen.

Mijn slecht karakter schrijft nu graag: en dus heeft Corsius ongelijk.

 

Troost

De Bezieling

Margreet Sanders

Gewoon water

Als Margreet Sanders, geestelijk verzorger in een vrouwengevangenis, tijdens de kerkdienst vertelt over Bernadette Soubirous en zegent met het water uit Lourdes, merkt ze dat dat een gevoelige snaar raakt. “Ik zegen en besprenkel en maak kruistekens. Voor de bedroefden. De ontroostbaren. De gekwetsten. Voor de schuldenaars. Zij die denken niet vergeven te kunnen worden. Zij die geschonden zijn. Zij die zich niet intact voelen.

Natuurlijk geloof ik niets van een verschijning in een grot. Of liever: ik geloof wel dat iemand iets/iemand heeft zien verschijnen. Maar hoort dat niet bij een verschijning: dat het schijn is ? Lees verder “Troost”

Belasting op de thuiswerkende vrouw

Belang van Limburg

Boze huismoeders getuigen: “Een vrouw is niet alleen geëmancipeerd als ze betaald werk verricht”

Thuisblijvende ouders zijn er niet over te spreken dat politici, zoals vicepremier Vincent Van Quickenborne (Open Vld) hen in het vizier nemen. Elke huismoeder heeft zeker een maatschappelijke meerwaarde, vinden de vrouwen die hieronder getuigen. “Eigenlijk ben ik als thuisblijvende moeder de brandjes aan het blussen waar politici tekortschieten.

Het feminisme toont aan dat vrouwen effectief dommer zijn dan mannen.

Ik heb het hier over het feminisme dat zich links waant. Lees verder “Belasting op de thuiswerkende vrouw”

Wees niet bang

Kerknet

Erik De Smet

Na de WJD: 3 dingen om te onthouden uit de toespraken van de paus

De 86-jarige paus sprak tijdens zijn bezoek aan Portugal twaalf keer een publiek toe. Zijn boodschap was klaar en duidelijk, meent Erik De Smet.

Dat meer dan een miljoen mensen samenkomen is geen fait divers. Dat het een samenkomst is van jongeren maakt het héél speciaal. Dat het gaat over geloof is ongelooflijk.

En toch ben ik niet enthousiast. Ik hou niet van massa-samenkomsten. Ze zijn instrumenten van manipulatie. Hitler wist er alles van. Lees verder “Wees niet bang”

Er zijn voor God

Ignis

Ben Frie SJ   

Ignatius en de mystiek van de daad

Op de feestdag van Ignatius staat jezuïet Ben Frie stil bij het eigene dat Ignatius heeft nagelaten. “Je draagt het kompas voor je levensinrichting in jezelf: je kunt God als metgezel gaan ervaren door goed naar je innerlijk leven te kijken.

Uiteraard moet geloof blijken in daden.

Maar daarover wil ik het nu niet hebben.

Ik vind het mooi: “er zijn voor God”.

Het probleem is dan natuurlijk: over welke God heb je het ? Lees verder “Er zijn voor God”

Zingen voor God ?

Ignis

Judith Van Der Werf

Ik zal zingen voor de Ene

Met haar psalmenclubje las Judith van der Werf laatst Psalm 13. Een psalm met ferme aanklachten tegen de Eeuwige, maar dat is niet het hele verhaal

Ik beken dat ik grote problemen heb met het aanspreken van God; en al helemaal met liefdesverklaringen van de mens naar God. Nog erger zijn de liefdesverklaringen van God aan de mens. 

Nonnekes die zich gehuwd met Jezus verklaren horen opgesloten te worden in een klooster. Lees verder “Zingen voor God ?”

Vrije meningsuiting

Op Doorbraak heeft Ignace Vandewalle het over de vrije meningsuiting.

Uiteraard komen dan autoritaire regimes zoals dat in Rusland, China … ter sprake. Oorlogsstokers maken van elke gelegenheid gebruik om het vijandbeeld tot leven te brengen.

Ik denk niet dat ik het fijn zou vinden om in Rusland te leven. Van de andere kant zou het me niet verwonderen als een meerderheid van geboren en getogen Russen niét zo’n probleem hebben met die onvrijheid in meningsuiting.

Maar ik ben het er dus wel mee eens dat het in Rusland beter kan.

Samen echter met de kritiek op Rusland (en China …) wordt het beeld opgehangen van het “vrije” Westen met wél vrije meningsuiting.

En daar word ik kwaad om.

Want wat betekent vrije meningsuiting als er geen vrije mening is ?

Die is er niet in het vrije Westen.

Natuurlijk wordt mijn mening niet juridisch opgelegd.

Maar er is wel een constante hersenspoeling aan de gang, uitgaande van de overheid met de reguliere media als middel.

Hersenspoeling is een vorm van onvrijheid.

Het ergste is nog dat die hersenspoeling door velen zelfs niet als zodanig wordt herkend. Dan wordt het manipulatie.

Manipulatie is iets anders dan proberen iemand te overtuigen.

Ze werkt met boodschappen en beelden die inspelen op emoties en door herhaling kracht krijgen.

Ja, we zijn vrij om te denken wat we willen over héél veel.

Maar na de Tweede Wereldoorlog is er angst gewekt voor “de Rus”. “De Russen komen” was de titel van een bestseller.

Die angst was de manipulatieve factor die de koude oorlog mogelijk maakte.

Voor mijn part stel je dat aan de andere kant van het Ijzeren Gordijn hetzelfde gebeurde.

Maar ondertussen is het wel duidelijk dat die koude oorlog door de VS gewild was en met opzet in stand werd gehouden.

De koude oorlog was het middel om de Amerikaanse wereldhegemonie in stand te houden. De Amerikanen zijn als de dood voor een Europa, verenigd van Oeral tot Gibraltar. Dat Europa zou de VS op alle vlakken, overvleugelen. Door het samengaan van de onmetelijke bodemrijkdom (zowel landbouw als ertsen) met de West-Europese scholing en technologische ontwikkeling zou de Europese economie véél sterker worden dan de Amerikaanse. Die sterke Europese economie zou samengaan met militaire macht.

En dus pratikeerde de VS het aloude principe: “divide et impera”, “verdeel en heers”.

Kijk naar onze media en politiek na de Tweede Wereldoorlog en je herkent de propaganda, de herhaalde boodschappen in de media, de beeldvorming van een vijand.

Je herkent de manipulatie.

En dezelfden die de vrije mening afbraken, zongen de lof van onze vrije menings-uiting.

Natuurlijk wordt niet iedereen even fel gegrepen door de manipulatie. Er zijn mensen die zich toch een eigen mening blijven vormen. Maar zolang de massa volgelingen groot genoeg blijft, is dat voor de machthebbers geen probleem.

En de dag dat een groot aantal mensen zich toch aan de manipulatie ontworstelt, trekken de machthebbers zich van hun mening niets aan. Die mensen mogen hun mening uiten en daarmee stopt hun vrijheid.

Het mooiste voorbeeld hiervan is de rakettenbetoging  in 1983 in Brussel. Met meer dan 400.000 deelnemers is het de grootste betoging ooit in belgië. Maar Wilfried Martens, toen premier, heeft er zich niets van aangetrokken. Het parlement werd buitenspel gezet en de raketten zijn er gekomen en staan er nog.

Na de betoging zijn alle machtsfactoren in belgië tot de orde geroepen en is een andere manipulatie in gang geschoten: die waarbij de mensen het gevoelen van onmacht wordt gegeven.

Het gevoelen van onmacht maakt het psychologisch moeilijk/onmogelijk om tot macht te komen.

Natuurlijk zijn we op vele vlakken wel echt of toch min of meer vrij.

Maar als het om de geopolitieke belangen van de VS gaat wordt die vrijheid genoeg ingeperkt om van ons slaafse dienaars van de VS te maken.

En die VS leidt ons recht naar de Derde Wereldoorlog.

Van Quickenborne maakt een wet

Van Quickenborne maakt een wet.

Daartegen rijst verzet.

Als Van Quickenborne’s wet effectief wordt, zal het verzet tegen die wet onmogelijk worden.

De vakbonden staan op hun achterste poten. Ze hebben gelijk.

Ondertussen stellen we vast dat zowat overal in Europa het overheidsverzet tegen het volksverzet feller wordt.

In feite gaat het gewoon samen met de “kloof tussen burger en politiek”.

In de Standaard stelt Veerle Verheyen van het ACV: “… De verklaring voor die aandoening ligt bij de economische machtsverhoudingen: de macht van de financiële markten en de multinationals groeit, waardoor regeringen binnen steeds smallere sociale marges werken. Onze democratie staat al even onder druk…” (1)

Haar analyse is juist.

Een topeconoom als De Grauwe klaagt aan dat de invloed van het grootkapitaal in de belgische politiek veel te groot is. 

Een land als belgië heeft ooit sterke socialistische partijen en invloedrijke vakbonden gekend. Toch zijn die partijen en vakbonden er niet in geslaagd om de verkapitalisering tegen te gaan. 

Integendeel: de vakbonden zijn zelf grootkapitalisten geworden. Denk aan Arco en de Boerenbond.

Waarom moeten de socialisten en vakbonden dit ondergaan ?

De trouwe partijsoldaten van de SP, SP-a, nu Vooruit, hebben het nog niet begrepen: Vooruit is sociaal, maar niet socialistisch.

Ideologisch verschilt het Conner niet van De Croot.

Zich links wanenden eisen dat de energie-steunmaatregelen voor behoevenden worden voortgezet. Steun van de overheid voor de armen is sociaal, maar niet socialistisch: het is liefdadigheid door de overheid.

Het is mogelijk dat het Conner écht sociaal geïnspireerd is. De Croot is dat niet: voor hem is het een manier om het kapitaal te dienen: de steun aan de minder bedeelden houdt de massa kalm en werkzaam (de werkzaamheidsgraad moet omhoog !) en het geld voor die steun komt zelfs niet van het kapitaal, maar van de werkers … De Croot is een volksverlakker.

Ondertussen stapelt het kapitaal zich op. Steeds meer bij steeds minderen.

Hoe kan iemand er verwonderd over zijn dat het kapitaal een veel te grote invloed heeft op de politiek en dat de macht van de financiële markten en multinationals groeit ?

In het kapitalisme ligt de macht bij het kapitaal (daarvoor heet het het kapitalisme). Als het kapitaal groeit, groeit zijn macht.

De trouwe partijsoldaten van de PVDA kwijlen bij de idee dat de partij er zou in slagen om door te drukken dat ook de kapitalisten zouden moeten bijdragen aan steunmaatregelen. Haal het geld waar het is ! Dat is toch niet meer dan rechtvaardig ?

Daarmee is de PVDA de facto verveld van een communistische naar een socialistische partij: ze doet wat vroeger de PS deed.

Eigenlijk doet ook de PVDA aan volksverlakkerij: de leiding wéét dat je geen geld kan halen bij het kapitaal. Als de macht van het kapitaal overweegt in de politiek, hoe kan je dan het kapitaal verplichten tot om het even wat ?

En zelfs als het kapitaal verplicht zou kunnen worden; of zelfs als de kapitalisten zoals sommigen, vrijwillig zouden bijdragen aan zorg voor armen (het patronaat !) (2), wordt daardoor de macht van het kapitaal niet gebroken. Integendeel.

De PVDA wil de Woeste (3) van Daens verplichten om worsten uit te delen.

Nu laten we iemand rijk worden en proberen dan het geld weer uit zijn zakken te halen om behoeftigen te steunen.

Waarom moet die steun via de rijken passeren ?

Waarom een omweg als rechtstreeks ook kan ?

Neen, in het kapitalisme kan het niét.

En zo is het volksverzet gedoemd om te mislukken omdat het zich richt op concrete doelen: pensioenleeftijd, energiepremies, migratielast, een hoofddoek … noem maar op. Het kapitaal/de overheid kan zo nodig wat toegevingen doen, maar de macht van het kapitaal blijft intact. Daardoor wordt onze sociale zekerheid langzaam (dan breekt het lijntje niet), maar zeker afgebroken en onze democratie meer en meer een lege doos.

Wij mogen kiezen wie de belangen van het kapitaal gaat behartigen. Het verschil tussen “socialisten” en “liberalen” is gewoon dat de socialisten wat meer kruimels van de tafels van de rijken willen laten vallen.

Eigenlijk maakt het zelfs niet meer uit of Van Quickenborne zijn wet er door krijgt.

(1) https://www.standaard.be/cnt/dmf20230725_96923674

(2) Patronaat: van het Frans “patronage”: behoeden, bevoogden. In de tijd van Daens deelden de vrouwen van rijken soep uit aan de armen en vingen hun kinderen op om hen ‘zondags een vorm van christelijke opvoeding te geven. Dit is de oorsprong van de christelijke jeugdbeweging Chiro.

(3) Woeste: kapitalist, voorzitter van de Katholieke Partij (voorloper van de CD&V) in de tijd van Daens. In verkiezingstijd deelde hij worsten uit aan gewone mensen.

De koninklijke zurk

De koninklijke zurk zit tien jaar op de troon.

Ik weet wel niet wat het woord zurk betekent, maar het past bij de kont van de zittende. In de gesubsidieerde media wordt hij alom geprezen. De onbenullige meute zingt alleluia. 

Het omgekochte journaille wéét natuurlijk dat de lofzang op de zurk bij de meute de steun aan het profitariële instituut vergroot en mensen doet denken dat De Croot eerlijk is als hij “Tous unis” krijst . De zich links wanenden lopen achter de rattenvangers van de PVDA aan die het deuntje van de solidariteit pijpt en daarmee de zurkige tot oprichting brengt. Lees verder “De koninklijke zurk”